Neen, de plaat blijft niet hangen, opvallen is en blijft belangrijk. Tussen alle witte flessen ben jij de rode fles! Jij bent belangrijk en die boodschap wil je ook aan de werkgever meegeven. Echter… opvallen, hoe doe je dat?
You’re the brand, you’re the expert We hebben allemaal talenten, we zijn allemaal in iets goed. Gaat het nu om verworven competenties of jouw natuurlijke aanleg om dingen te creëren, ze maken van jou een expert. In een eerste fase moet je dat trachten te erkennen. Wie ben jij, waar put jij kracht uit? In welke soort job vertaalt zich dat dan? Van zodra je dat weet, wens je dat met de wereld te delen. Je wilt immers duidelijk maken dat men bij jou moet zijn voor deze of die materie. Jezelf in de kijker Branding is uiteraard meer dan alleen maar weten wat je kunt, waar jij een kei in bent. Branding is het vooral op de juiste manier aan de wereld en vooral jouw specifieke doelgroep kenbaar maken. Onder alvast enkele tips om dat aan te pakken:
Gebruik in alle bovenstaande gevallen systematisch dezelfde trefwoorden. Denk aan je talenten, je beschikbaarheid, je troeven, eventueel locatie. Googlicious Google kan een zegen, maar ook een last zijn. Immers jouw zondige posts die dateren uit je onschuldige jeugdjaren kunnen misschien wel een eeuwigheid in de virtuele wolk ronddwalen. Het moet maar net die topwerkgever zijn die die post ontdekt. Dat wil je vermijden. Ga dus zeer bewust om met de informatie of foto’s die je op het internet plaatst. Dankzij bovenstaande activiteiten nemen de zoekmotoren je naam stilaan op. Van zodra een werkgever jouw naam ingeeft, zal hij/ zij links terugvinden naar jouw blog, jouw online profielen, de sociale media die je gebruikt. Als je het verstandig aanpakt, krijgt de werkgever vrij snel een duidelijk beeld van jou. Dat is alvast de bedoeling, niet? Succes!
0 Reacties
Het relaas van een boodschappenterrorist
Zaterdagochtend, een grijs wolkenpak hangt bijzonder laag over de weg. Ik hang boven het stuur uit te staren naar de aftekening van de zwarte steenmassa die onder mijn wagen langzaamaan passeert. Hier en daar onderbroken door een witte streep … en nog eentje … en nog eentje. Op honderdtwintig streepjes ben ik er, nog even … 08.25 u. Op dat onmenselijk vroege uur rijd ik vastberaden richting supermarkt. Ik ben er bijna. Nog even en ik parkeer me voor de ingang, ja, dat ga ik doen, ik zet me aan de ingang en o wee als er zo’n jonge snaak gaat staan, ik kijk hem weg. Ja dat ga ik doen, ik kijk hem boos weg. 08.29 u. Verdorie, ik ben laat. Ik wist het he, ik heb het haar nog zo gezegd dat we vroeger moesten vertrekken, maar nee… Nu dit, zeker twintig anderen staan met hun karretje te wachten aan de ingang. Maar niet met mij, niet met mij! Ik wring mij ertussen. Ik ben normaal altijd bij de eerste boodschappers en vandaag ook. Ja, dat ze maar boos kijken, wat denken ze wel. Ik eerst. Ik ben de oudste! 08.31 u. Pijn aan mijn voet, iemand heeft me aangereden. Die paljas die om 08.30 u. al is binnengeraakt en om 31 al aan de kassa stond met zijn bak bier. Duvel. Om 08.45 u. sta ik aan de kassa. Ik zie er nu veel binnenkomen, stress. Snel met mijn kar naar charcuterie en dan via de groenten naar de kattenvoeding om dan te eindigen bij de boekskes. Ja dat ga ik doen. Of nee wacht, ik keer om. Hé, ga opzij jij rekkenvuller met je gigantische kar. Vul rekken in de week, niet nu, paljas! Ik kijk hem weg, ja dat ga ik doen, ik kijk hem boos weg. 08.42 u. Miljaar, de Duvel is al op. Dat is die gast die tegen mij gereden is. Ik draai hem een kloot af , ik zweer het. Als ik hem hier volgende week zie … Ik ben altijd de eerste. Die bak was voor mij. 08.45 u. Drie man voor mij. Gaat er geen andere kassa open? Ik ga eens zeer duidelijk rondkijken, misschien zien ze het. Ja dat doe ik, ik rek me, kijk rond en misschien doen ze nog een kassa open. Ze doen alsof ze mij niet zien, klootzakken, geen respect. 08.49 u. Nog iemand voor mij. Al vier minuten over tijd, godverdomme. Wat doet die kassierster nu? Het is niet waar, die roept iets af. Die onnozelaar voor mij heeft een artikel zonder prijs, godverd … Ik rek me en misschien doen ze nog een kassa open. Ze doen alsof ze mij niet zien, klootzakken, geen respect. 08.50 u. Ik ben mijn geld vergeten. Achter mij kijken ze me weg, ja dat doen ze, ze kijken mij weg. Geen respect. Wel Piet, wat halen we vandaag door de mixer?
1. Lyrics 2. Een saaie conversatie 3. Een lezerspubliek dat raadt hoeveel liedjes er in onderstaande tekst verwerkt zijn. De klok start… nu! ——- “Hey Jude” - “Hello Mrs Robinson, how are you?” “Not that good, I wish it would rain down on me now.” - “Raining men you mean? Come on, you should be glad, we’re walking on sunshine these days. Is there anything I can do to help?” “Not really thanks, I just don’t feel connected anymore you know, I feel weak, act crazy, lost the lust for life. You know yesterday someone called me an ice queen, can you imagine?” - “Always look on the bright side of life, even if there are some downfalls. I know, it’s not always easy. Let me guess, is there a man involved?” “A man? A maniac you mean. I was at this place, the Temple of Love, they were throwing some kind of party. With fascination I was staring at some guy, he seemed quite random, but still had that special look, you know, the look of love, like that guy we met in the summer of ’69?” - “Wow, that’s a long time ago, so what did you do? Did you sit back and relax or was there no limit that night?” “Well, you know what they say, girls just wanna have fun and I really don’t wanna miss a thing, so yes after some drinks I shouted some nasty things like’ I’m gonna make you sweat’ and ‘I got my mind set on you’.” - “Did it work?” “It did, and frankly he was quite direct. He said things like ‘I want you ‘ and after some drinks, well the conversation got really hot.” - “Tell me!” “He babbled about sowing some seeds of love, whispering ‘I want your sex’ in my ear!” - “Oh my god and what did you do at that time, tell him to beat it?” “Actually no, before I knew it I was shouting ‘encore une fois’!!” - “You did not! Did you two jump around if you know what I mean?” “Time after time…” - “So things went bad afterwards?” “He was cold the morning after and asked me to leave. So I left, sat down by the water some time, wondering what love is, that you can’t hurry love, bla bla. It’s my life, but I don’t seem to be able to control it the way I want it. I’m nobody’s wife and am definitely not part of that average bunch of shiny happy people.” - “Life is life Annie, you don’t need to control it, just go with the flow. Now is the time to start enjoying life.” “Now? How soon is now? It should have started yesterday!” - “You know what? You know I’m into folk right? Well, tonight it’s folk night at the local pub and afterwards a big party. We’ll have some drinks, fight for our right to party and who knows, maybe a DJ may save your life!” Catch ‘em
Tim Briers Ze beginnen hun leven op deze aardse wereld als larven, helemaal onderaan de voedselketen. Ze worden gegeten door vissen, kikkers en andere waterdieren. Daar stopt het nut van… muggen. Verblijven aan het water heeft tot nare gevolg dat er dus heel wat van die beestjes rondvliegen en vrolijk hun weg naar binnen weten te vinden. ‘s Avonds wil je immers je huisje wat doen afkoelen en zet je alles open. In come the mosquitos… In de evolutiefase moet de natuur op een bepaald moment gedacht hebben dat de mug te weinig uitdaging bood en dat er dus enkele nieuwe kenmerken moesten worden toegevoegd. “Laten we die mensen eens echt entertainen en de vleugels zo maken dat ze een bijzonder irritant geluid maken. Laten we de beestjes ook zo boetseren dat ze vaak de neiging krijgen om in een oor te vliegen en uit frustratie het volume wat op te drijven”. Zo knoeien met het dna van een mug, pff. Catch ‘em if you can rritant… en een kunst om ze te vangen. Er zijn verschillende manieren om muggen te vangen. Laat me enkele strategieën uit de doeken doen: 1. Licht aan en simpelweg jagen. Gebruik een handdoek om wat wind te maken en ze uit hun tent te lokken. Nadien is het een kwestie van ze te traceren en te doden. 2. Een kotgenoot toonde me destijds ook een doeltreffende, maar gevaarlijke manier om ze te vangen. Je neemt een bus deodorant en een aansteker. Wacht tot er een mug langskomt, steek je aansteker aan en spuit met de deo. De mug wordt tijdens de vlucht meteen tot as herleid. Don’t try this at home. 3. Wat ik vaak doe is met de lichten uit wachten, als een geduldige jager. Je houdt de deken ietwat omhoog en wacht tot de prooi landt. Laken dicht en woelen. De kans is groot dat ze dan omkomt. 4. Zet de Radetzkymars op en cirkel dartel door de kamer. Neem een tennisraket bij de hand en sla als een gek in het rond. Neen, de kans is klein dat je iets raakt, maar het geeft toch ietwat voldoening! 5. Er zijn vast nog heel wat interessante manieren om muggen te vatten (suggesties?). Het uiteindelijke doel is immers om je slaap er niet voor te laten. Je kan ook steeds advies inwinnen bij je partner. Nuchter en met een veel lagere dosis testosteron zegt ze dan: “Op de kast staat een muggenstick, wrijf er je gezicht en armen mee in. Of steek anders de ‘antimug’ in het stopcontact.” Daar sta je dan als jager met deo, aansteker, tennisraket en handdoek in de hand… ... van de hand van een marginale medemens
Tim Briers In het onderstaande gedicht poogt de anonieme marginale medemens op gedurfde wijze zijn taalgebruik tot een nieuw niveau te tillen. Ondanks de verwoede pogingen, vervalt de dichter echter in het teruggrijpen naar bekend materiaal. Het resultaat is een interessante mix van termen die wel vaker de lezer bepaalde beelden aanreikt, de zintuigen prikkelt of gewoon in het gezicht ramt. (de initiële versie is bewust aanwezig gelaten om de lezer een indruk te geven van de richting die de dichter eerst uit wou gaan) Als parelende dauw op een lenteblad, Jouw ogen. Als verdwaalde pis op de wc-bril Jouw staar. Vol en koraalrood, Jouw lippen. Droog als een opgedroogde schotelvod van weken oud, Jouw lippen. Golvend, elegant en tijdloos, Jouw haren. Vettig, afgebeten en stijf, Jouw haren. Een monument, statig en aanwezig, Jouw boezem. Droog als een opgedroogde schotelvod van weken oud, Jouw boezem. Het evoceren van emoties, het wegdromen, Jouw stem, jouw blik. Het willen weglopen, de ontnuchtering, Jouw adem. De dag, de nacht, de tijdloze oneindigheid, Jij. Het gezaag, geklaag, geblèt, Gaa. Het borrelde al een tijdje ... Al maanden loop ik rond met de gedachte om mijn profiel van Facebook te verwijderen, nog voor het grote datalek bekend werd gemaakt. Echter steeds weerhield iets me ervan om het effectief te doen, je weet wel FOMO (fear of missing out). Telkens weer dacht ik dat ik iets belangrijks zou missen, vooral nadat ik de aankondiging van een overlijden niet had gezien. Ik voelde me schuldig omdat het bericht aan mij was gepasseerd en dat ik niet tijdig (drie maanden terug) iets had kunnen zeggen, mijn medeleven betuigen. Het was verloren gegaan in de maalstroom van andere berichten. Het knaagde. Het voorval toonde meteen ook hoe hard Facebook reeds is verweven in ons dagelijkse (sociale) leven, het deed me beseffen dat iedereen rondom mij er gewoonweg van uitgaat dat ik Facebook actief gebruik, dat ik alle berichten lees, wat niet het geval is. Het ging in mijn geval vooral in één richting: ik deelde, punt.
Ik deelde wel eens een foto van een opdracht (toegegeven, de drang naar bevestiging was groot) of (hoofdzakelijk) van iets uit de natuur, een beeld dat me persoonlijk echt aansprak. Of ik deelde een petitie, een actie waar ik achterstond, over dierenleed, vleesconsumptie, hoe we onze planeet aan het verkloten zijn en wat elke individu eraan zou kunnen doen. Over hoe we ons leven betekenis kunnen geven. Dat laatste vormt de essentie van waarom ik heb besloten om Facebook vaarwel te zeggen. Het medium biedt mij geen meerwaarde meer. Zeker niet na het zien van allerhande reportages over wat er met mijn persoonlijke data gebeurt, de zaken die ik deel met mijn Facebook-vrienden die zich vertalen in gepersonaliseerde reclame of gerichte berichten op basis van waar ik me wanneer bevind. Genoeg. Afscheid nemen van Facebook betekent dan ook dat ik geen evenementen meer te zien krijg, dat ik geen contact meer heb met studie- of zelfs klasgenoten, vrienden, dat ik mijn zakelijke pagina niet meer beheer en wellicht dus zal verwijderen. Het betekent ook dat er geen verjaardagsmeldingen meer verschijnen of foto’s van skivakanties of waar iemand iets gaat eten of welke film iemand aan het zien is. Of niet? Dat beste vrienden, maakt het net interessant. Het zorgt ervoor dat ik terug geprikkeld word, nieuwsgierig ben naar hoe jouw dag of week is verlopen. We hebben plots een arsenaal aan gespreksvoer, net omdat je mij moet invullen over wat er allemaal is gebeurd, want ik ben niet zo goed meer op de hoogte. Ik hoef ook niet meteen alles te weten over wat je doet, waar je zit of wat er op je bord ligt. We zullen het wel eens bespreken als we mekaar bellen, mailen of zien. Het zal me verplichten om wat vaker het huis uit te gaan of de telefoon te nemen. Sociaal medium? Ik weet het zo niet. Deze post is dan ook de laatste die ik deel via mijn persoonlijk account. Ik verwacht niet dat iedereen hem leest, laat staan er zelf ook enige actie mee onderneemt. Ieder moet voor zich uitmaken hoe belangrijk Facebook is om zaken in zijn/haar leven betekenis te geven, los van likes, maar met focus op inhoud. Komen en gaan
Het was een grauwe zomerdag, donkere wolken tekenden zich af aan de hemel. Hier en daar sneed de chef van dienst, de zon, er een stukje uit. Op die manier kon ik toch nog genieten van haar warme gloed, heerlijk. Heerlijk… heerlijk was het ook om met dat kleine mensje in mij rond te lopen. Nog twee maanden en ik zou haar in mijn armen houden. Twee maanden en nog zoveel in orde te brengen, kinderkamer schilderen, nog wat spulletjes in huis halen, altijd bezig. Maar goed, dit moment met ons tweetjes samen in de zon konden ze ons niet meer afnemen. Zoals steeds sprak ik met opa af in het park, om veertien uur. Steeds aan dezelfde bank, hetzelfde tijdstip, dezelfde gewoonte. Hij begon al een dagje ouder te worden en dan was zo’n strakke afspraak voor hem een stevige kapstok. Net zoals ik, ik was ook zijn kapstok toen oma er niet meer was. Die twee samen waren een onafscheidelijk koppel, ze deden werkelijk alles samen, tot ze ziek werd. Radeloos en verloren, zo voelde hij zich. De komst van een achterkleinkind had hem er uiteindelijk bovenop geholpen. Twee oude knarren naderden de bank, een oude man met stok en een oude hond die ondanks zijn hoge leeftijd best nog zin had in een namiddagje uit met zijn baasje. Toen ik opkeek – hoe kon het ook anders – stonden mijn opa en zijn hond Sjarel naast me. “Dag meisie, houd je het nog een beetje vol?”. Hij gaf me een kus en wreef over mijn bolle buik. “Gaat wel hoor, ik probeer een beetje zon mee te pikken, net zoals mijn buren” en we keken naar de groepjes mensen die zich in het gras hadden genesteld. Die namiddag vochten we allemaal voor iets gemeenschappelijks: zon en warmte. “Wanneer is de openingsdatum alweer?” vroeg hij, enigszins afwezig. “De openingsdatum opa, hoe bedoel je?” Opa kon soms verward overkomen en gebruikte vaak woorden die leken op wat hij eigenlijk bedoelde. “Welja, de dag dat de opening plaatsvindt” en hij wees naar mijn buik. “De geboorte bedoel je? Binnen twee maanden. Nog twee maanden en je kan weer uitgebreid je verhalen vertellen aan dit kleine meisje” en ik nam zijn hand vast. Hij legde er de andere hand op en pauzeerde even terwijl hij naar de zon keek. “Ik kijk ernaar uit, dat meen ik. Netje zou zo trots geweest zijn op jou en Karel.” Alweer volgde er een kleine pauze. “Ergens weet ik dat ze bij ons is opa, altijd en overal: de wind, het bewegen van de bladeren, de zon die doorbreekt, de kamperfoelie in de tuin.” Voor Sjarel duurde het allemaal te lang en begon luidkeels te blaffen. “Ik spreek geen hondentaal, maar ik denk dat onze oude vriend hier graag een wandelingetje wil maken.” “Dan doen we dat he opa!” Ik stak mijn arm stevig onder de zijne en we begaven ons – tussen de priemende zonnestralen – naar het kerkhof. Bent u gedoopt?
Vanmiddag stonden er plots twee sympathieke dames voor de deur. Toen de bel ging schoot ik naar de voordeur, want ik dacht dat de postbode een pakketje had. Jammer dat je toch een beetje door de voordeur kan gluren zodat de dames me al hadden zien aankomen. Terugsluipen was dus geen optie. Ik wist dat de dames iets kwamen verkondigen. Met de bijbel in de hand en enkele foldertjes met een Christus die licht uitstraalt, weet je immers dat ze geen wafels komen verkopen. “Dag mijnheer, mogen wij u iets vragen, bent u gedoopt?” Ik ga niet liegen, dus bevestig. “Goed zo, dus u bent gelovig. Bidt u dan ook nog vaak?” -“Dames, betekent ‘gedoopt zijn’ automatisch dat een mens dan gelovig is? Geraakt de Kerk zo aan haar statistiek en dus ook haar subsidies? Ik ben gedoopt in een tijd waarin het common practice was, het hoorde zo. En in het geval van mijn ouders was het vooral om van het gezaag van de gelovige achterban in de familie af te zijn, daar ben ik zeker van. Ik ben voorts zeer vrijzinnig opgevoed, heb nooit godsdienst gevolgd, nooit gevormd, nooit voor de kerk getrouwd. Ik dank u.” “Jamaar mijnheer, denkt u dan niet dat er toch dingen gebeuren waar we geen vat op hebben en die misschien door een hogere macht gestuurd worden?” -“U bedoelt de werking van die hogere macht op het kindermisbruik in uw instelling, de kerkelijke vervolging van andersdenkenden in het verleden, de concentratiekampen ten tijde van de kolonisatie van Zuid-Amerika, het uitmoorden van de heidense indianen of Europese barbaren na de verchristelijking van het Romeinse rijk, het dom houden van de mens gedurende 1500 jaar, de inquisitie, de martelingen, het gedoogbeleid van de Kerk ten tijde van het naziregime, het afslachten van de Moren en heidense barbaren in het Beloofde land, het opdringen van een enkele visie (met geweld), de zucht om goud dat de kerken moest verfraaien ten koste van de armen en hongerlijdenden, de hogergeplaatsten die normen en waarden (ook celibaat) verkondigden, maar er achter de schermen op los neu**en? Bedoelt u die hogere macht? Het morele leiderschap?” Ondertussen begonnen de dames in hun handtas gretig te zoeken naar wierook, wijwater en een kruis om een onmiddellijke duiveluitdrijvingsrite op te starten. “Mijnheer, het christendom is meer dan dat, denk aan de stellingen die we prediken” -“Zoals bemin uw naasten, bedoelt u?” “U kent ze dan toch.” -“Ja en de Kerk past dat goed toe, ‘bemin’ de kinderen, traumatiseer ze voor de rest van hun leven en de Kerk zal u beschermen. “ Er volgde een stilte en besefte dat ik die mensen waarschijnlijk zelf een trauma aan het bezorgen was, dus tijd om wat te milderen. -“Kijk, ik respecteer uw geloof en er is zeker iets te zeggen over enkele waarden die jullie volgen, zeker zoals jullie profeet ze oorspronkelijk verkondigde (ik probeerde de schade te beperken), maar ik heb zo mijn mening over wat men er nadien van gemaakt heeft (ter info: de werkelijke leer van Christus zou beschreven staan in het evangelie van de hand van zijn broer, waarin staat dat je God in jezelf moet zoeken, dus niet d.m.v. priesters of een kerk. Meteen ook de reden waarom het Vaticaan het bestaan ervan betwist). Voorts heb ik geen god nodig om voor mezelf te bepalen welke waarden ik wil volgen en uitvoeren. Dus in dat opzicht zoek ik ‘iets’ in mezelf en zal ik goed proberen te handelen naar eigen normen. Ik steun wetenschappelijk onderzoek bijvoorbeeld, kankerbehandelingen.” “Enkel God heeft vat op de zieken.” Verstomming, ongeloof, ik keek die dame aan alsof ik net een onderkaakverlamming had gekregen… Spontane diarree en kotsneigingen drongen zich op… -“Uw god is uitgevonden in een tijd waarin we nog niet veel dingen konden verklaren, maar als u in de 21ste eeuw er nog van overtuigd bent dat mensen ziek worden of genezen omdat god het wenst, heb ik u niets meer te zeggen.” De deur sloeg hard dicht. A drop of water was about to free itself from the snow that was still hanging over the branch. It was a cold morning, but the early sunbeams touched the surface with a light glow, just warm enough to melt the snow closest to the sun. Like a gentleman, one of the sunbeams reached out to the drop that was still wrestling with its host. It was just a matter of time before the host had released its guest. It was for the best without doubt.
The long way down seemed to last an eternity, although only a few seconds. With confidence and pride the drop had started its last journey, elegantly falling down, absorbing its surroundings on its way. Spring was waking up… |
Archieven
Augustus 2020
Categorieën
Alles
|
(c) Breerz 2020
|