Toen ik een 20 jaar geleden afstudeerde als licentiaat Toegepaste taalkunde ('vertaler' voor de vrienden) wist ik totaal niet wat ik wou doen met dat diploma. De meest evidente piste had waarschijnlijk die van leerkracht geweest. En alhoewel een leerkracht Engels of Nederlands me enigszins had aangesproken, zag ik op tegen de klassen vol opgroeiende tieners, dat had ik wellicht niet aangekund. Ik had evenmin gedacht aan het runnen van een bedrijf dat groene energie en e-mobiliteit als core business zou hebben. En toch zijn we zover en wil ik het verhaal van groei en persoonlijke ontwikkeling aanwenden als inspiratiebron voor mensen die niet goed weten wat aan te vangen met hun diploma, maar bereid zijn om hun rugzak te vullen met ervaringen die stiekem het pad effenen naar iets dat vroeg of laat op hun pad belandt.
Afstuderen met een achterstand Zoals heel wat studenten voelde ik me na het afstuderen bijzonder sterk, ik kon de wereld aan en tekende de krijtlijnen uit van een doctoraat. Ik moest en zou doctoreren in vertaaltechnologie en zou me verdiepen in de taal van de artificiële intelligentie. IT heeft me altijd meer aangesproken dan de studie an sich. Echter heeft kanker daar toen een stokje voorgestoken en heb ik de draad van het uitgewerkte concept nadien nooit meer opgepikt. De ziekte had me enigszins getekend als persoon, ik was plots minder ambitieus geworden, het vuur was uit. Na de kanker heb ik het wel een jaar geprobeerd, het doceren aan de hogeschool en achter de schermen het concept van een doctoraat uitschrijven. Echter merkte ik redelijk snel dat enkel dat lesgeven aan jongvolwassenen me meer lag dan het onderzoek. Maar het was wel een voorwaarde om het andere te kunnen uitoefenen. Bye bye academische wereld. In de rugzak had ik ondertussen wel de ervaring van lesgeven, van coachen en het vertellen van verhalen. Farma Farma dan maar. Ook een toevallig iets eigenlijk. Via een interimkantoor in een administratieve functie terechtgekomen in de farma. In totaal heb ik er een 10 jaar gewerkt en ben ik van de ene in de andere functie gerold, van projectmanager tot BDE, hoofdzakelijk in een Franstalig kader. Het is een periode waarvoor ik nog steeds bijzonder dankbaar ben, want ik heb daar echt de kans gekregen om mezelf professioneel te ontplooien. Omringd door de juiste mensen en het geloof in mijn kunnen hebben ervoor gezorgd dat ik wel vaker uit mijn comfortzone moest treden om mijn doelen te halen. Wat ik er deed had echter niets met vertalen te maken, maar wel met het uitwerken, beheren en coördineren van concepten waarbij heel wat stakeholders een rol speelden. De rugzak vulde zich met presenteren, conceptueel denken, onderhandelen, Frans, zakelijk Engels, meedenken met de klant. Het hoofdstuk werd afgesloten met een duidelijk signaal van wat ik niet wou: het moeten werken binnen een strak kader waar geen ruimte was voor creativiteit en waar ik me in mijn bewegingsvrijheid beknot voelde. Mijn laatste functie in de farma maakte me dan ook duidelijk dat ik niet was weggelegd voor dat specifieke kader, ik liep rond met ideeën om processen te verbeteren, maar reed vast in de context van een Amerikaans bedrijf. Ook dat gevoel en die ervaring kon ik in mijn rugzak stoppen, het gaat immers niet alleen om wat je kan, maar ook om wat je niet kan of niet wil, wat mijns inziens even belangrijk is. Het besef groeide wel dat ik tegen de leeftijd van 30 op een punt was gekomen waarop ik terug iets met taal wilde doen, met mensen. Ik begon te bloggen, tekstfragmenten te delen via mijn eerste site. Toen ze positief werden onthaald, groeide het idee om er toch wat meer mee te doen: BreerZ werd gelanceerd (02/01/2013). Freelance BreerZ Ik schreef al een tijdje sollicitatiebrieven voor vrienden en kennissen, ik pimpte ook hun cv's. Wat als ik dat professioneel zou aanbieden? Ik schreef een concept uit en gooide het op de markt. Tezelfdertijd verdiepte ik me in alles wat met loopbaan te maken had, ik zocht naar de juiste technieken om HR-mensen te overtuigen met een brief of innoverende aanpak. Ik week met mijn brieven af van de standaard en dat leek te werken. Mijn klanten geraakten binnen voor een eerste interview. Ik bouwde dat verder uit, maar miste nog een specifieke ervaring, nl. die van het begeleiden van mensen, specifiek mensen die minder kansen hadden op de arbeidsmarkt. Een kwetsbare groep die het verdiende om de juiste ondersteuning te krijgen. Toen ik een vacature zag staan van een leerwerkbedrijf dat enerzijds iemand zocht voor lessen Nederlands en anderzijds voor het begeleiden van werkzoekenden naar werk, greep ik mijn kans. Ik maakte van mijn sollicitatiebrief een ticket voor een schip waarvan ik de kapitein zou zijn. Ik zette dit op een aparte webpagina en trachtte het bedrijf via mijn 'frisse' aanpak te overtuigen. Ik had de deeltijdse job en kon mijn rugzak vullen met bovenstaande begeleiding en de obstakels die daar soms bij kwamen kijken. Ik leerde de arbeidsmarkt kennen en beleefde mede dankzij een fantastisch team een ongelooflijk boeiende tijd. Toen er intern een nieuw project werd gelanceerd over het inzetten van sociale media voor werkzoekenden, sprong ik meteen op die kar. Hier kon ik mijn creatieve ei kwijt en kreeg ik de ruimte en tijd om werken met sociale media voor sollicitatiedoeleinden uit te rollen. Na de eerste positieve resultaten, wou ik dat freelance verder uitbreiden en ook voor hoogopgeleiden inzetten. Ik schreef een businessstrategie uit en ging ermee naar alle universiteiten en hogescholen in Vlaanderen en Brussel. Het werkte en kon voor de associatie KU Leuven en Odisee in Brussel gastcolleges voorbereiden voor laatstejaarsstudenten, een doelgroep die eigenlijk nog veel te weinig professionele begeleiding kreeg voor hun zoektocht naar werk. Bovendien waren zij al met sociale media bezig en konden ze dus makkelijker geënthousiasmeerd worden voor mijn specifieke sollicitatiestrategieën. Mijn netwerk groeide en voor ik het wist was ik actief voor VDAB en kon ik deeltijds werkzoekenden begeleiden in Leuven. Ik sprak op lezingen, congressen, gaf workshops aan werkzoekenden én aan loopbaancoaches. Als je nu op Google mijn naam intypt, zie je nog vaak dat Google 'Tim Briers sollicitatie' voorstelt. Zover ben ik dus geraakt (jeuj!) :-). Omdat ik me vaker diende te verplaatsen, kocht ik mijn eerste bedrijfswagen, een Renault Zoë, een elektrische wagen (zie later waarom dat relevant is). Ik nam afscheid van die activiteiten toen ik merkte dat de coaches en consulenten zelf voldoende gewapend waren om ermee aan de slag te gaan. Een goede zaak, want we kunnen moeilijk om vernieuwing heen, ook in het domein van sollicitatie. Het bood voor mij ook de ruimte en tijd om me op andere domeinen te storten. Schrijven en ontwerpen Achter de schermen had ik het schrijven al een tijdje terug omarmd en begon ik me meer te verdiepen in copywriting, maar dan met voorkeur de copywriting voor sociale media, aka short copy. Korte, gevatte teksten die verkeer konden genereren. Omdat ik dat ook voor websites begon te doen, leerde ik mezelf ook webdesign aan. Het leek me een leuk pakket om aan te bieden: een website + alle commerciële teksten die daarbij komen kijken. Ik schreef kleine zelfstandigen aan en begon eenvoudige sites te maken. Ik schreef ook de teksten voor hun sociale media. Websites en fotografie Websites maken zonder beeldmateriaal is uiteraard maar niets. Aanvankelijk kocht ik foto's op Shutterstock, maar besefte redelijk snel dat dat niet strookte met mijn businessstrategie, ik wou immers een all-inpakket aanbieden. Op naar een avondopleiding digitale fotografie aan het CVO! Ik was meteen verkocht. Van zodra ik een camera vasthield, liet ik hem niet meer los. Ik vermoed dat je in je leven een paar momenten hebt waarop je verblind wordt door een soort van revelatie, iets dat je niet mag loslaten en waarvan je voelt dat je dat gevoel moet omarmen, koesteren. Ik ging door een moeilijke periode en de fotografie verkennen hielp me er ongetwijfeld door. Het werd een passie die ik maniakaal bestudeerde. Ik maakte het eerste jaar bij het CVO af en verdiepte me vervolgens in fotobewerking en fotografietechnieken, met dank aan YouTube. Mijn foto's werden professioneler en ik kreeg de vraag of men ze niet alleen voor websites, maar ook voor in de woonkamer kon kopen. Ik startte een webshop. Omdat die natuurlijk ook geld moest opleveren, besloot ik om met enkele foto's aan diverse wedstrijden deel te nemen zodat ik meer visibiliteit kon genereren. Dat werkte en won in 2019 en 2020 enkele belangrijke eervolle vermeldingen. Op het moment van schrijven zit ik nog in de running voor een Europese selectie, waar ik reeds door heel wat rondes sinds de zomer ben geraakt. Die rondes hebben me al enkele prijzen opgeleverd, maar het kroonstuk moet nog volgen. Eind november weet ik of ik de finale in Europa heb gehaald ;-). Fingers crossed. In de tussentijd ook mijn label European Photographer behaald, nadat ik de Belgische erkenning van beroepsfotograaf had ontvangen. Elektrische mobiliteit Een van mijn klanten is echter wel blijven hangen, het bedrijf dat enkele jaren geleden thuis een laadpaal is komen plaatsen. Tijdens het installeren, maakte ik graag een praatje met de technieker over mijn huidige activiteiten. Even later kreeg ik een oproep van de zaakvoerder: "Ik heb een website nodig". Ondertussen verkoop ik freelance al twee jaar laadpalen voor het bedrijf en begeleid ik mensen met hun aankoop, geef ik rijtips, e.d. Ik heb me in die tijd helemaal verdiept in de werking van laadpunten, elektrische aansluitingen, domotica en volg uitvoerig de evoluties op de markt. Toen er zich een opportuniteit aanbood om zelf laadpunten te installeren, staken we de hoofden bij elkaar en begon het verhaal van Watt's Next, een bedrijf in oprichting dat naadloos aanleunt bij de activiteiten van het bedrijf dat laadpunten verkoopt. Jezelf heruitvinden 10 of zelfs 20 jaar geleden had ik nooit gedacht dat ik zou ondernemen, vooral omdat ik mezelf altijd redelijk introvert had gevonden. Echter hebben het leven, de mensen die ik onderweg tegenkwam, en het vallen en opstaan, mijn geest verruimd en mijn grenzen doen verleggen. Ik heb me daar ook voor durven openstellen en ben ervan overtuigd dat dat geholpen heeft om te staan waar ik vandaag sta. En ja, ik ben steeds mezelf gebleven.
0 Reacties
Boeiende tijden vragen om boeiende interacties met de spiegel, gesprekken met jezelf in tijden waarin je vooral ook terugplooit op jezelf. Dat was bij mij alleszins de teneur van een voorjaar in lockdown: zelfreflectie. Die zelfreflectie bracht me vooral bij de vraagstelling wat ik vandaag en morgen wil doen. Zal dat inhoudelijk hetzelfde zijn als voorheen, of durf en wil ik een weg inslaan die het pad effent voor nieuwe uitdagingen, nieuwe projecten en ontmoetingen die enigszins afwijken van het oude? Het is het laatste geworden en daar wil ik het met jou toch even over hebben. Dit najaar en zeker ook volgend jaar zal er heel wat veranderen, want ik heb gedurende de afgelopen maanden enkele keuzes gemaakt, keuzes die ook een afscheid van een tijdperk, afscheid van enkele diensten inhouden.
Afscheid van de sollicitant Carrièrematig ben ik nooit iemand geweest die zich wou vastpinnen op één label, een label dat zich dan tot aan mijn pensioen verder zou ontwikkelen. Dat werkt bij mij niet, ik ben immers veel te nieuwsgierig en kan daarom ook niet werken binnen een strak kader waarin hokjes de plak zwaaien. Ik moet mijn vleugels kunnen uitslaan, horizonten verkennen. De eerste horizon waarvan ik heb besloten afscheid te nemen is alles wat te maken heeft met ‘solliciteren’. Als beginnende zelfstandige zag ik in 2013 heel wat opportuniteiten binnen het kader van sociale media en vernieuwende technieken voor de sollicitant van morgen. Ik heb de jaren die daarop volgden dan ook hard getimmerd aan een reputatie in dat segment. Als je mijn naam bijvoorbeeld intypt op Google, dan zie je dat Google steevast ‘Tim Briers sollicitatie’ voorstelt. Dat zegt al heel wat. Ik heb echter gemerkt dat zowel de interimkantoren als instellingen als VDAB een duidelijke ommeslag hebben gemaakt naar een 21ste eeuws kader voor de sollicitant, waardoor mijn werk en kennis niet langer relevant zijn geworden. Het heeft dan ook weinig zin te blijven spartelen in een bad waar reeds andere spelers hetzelfde aanbieden. Ik heb daarom beslist om die activiteit volledig stop te zetten. De boeken die ik heb geschreven stel ik graag ter beschikking voor al wie daarin interesse zou hebben. Je kan ze gewoon gratis downloaden (zie webshop). Short copy only Ik heb in het verleden als copywriter een brede waaier aan opdrachten uitgevoerd, waarbij vooral de klemtoon lag op long copy, denk aan teksten voor websites, brochures, blogs, e.d. Ik heb altijd het gevoel gehad dat ze me meer energie kostten dan short copy, korte teksten voor reclameboodschappen, teksten bij grafisch werk, het bedenken van product- of merknamen. Dat laatste - vooral in het Engels - is meer mijn ‘dada’, dat gaat ontzettend vlot. Een houdertje dus, maar dat betekent wel dat ik geen long copy meer aanlever. Fine-artfotografie Jullie weten ondertussen dat fotografie mijn grootste passie is, een passie die tijdens de lockdown een meer prominente plaats innam. Omdat heel wat opdrachten door de crisis werden uitgesteld of geannuleerd, had ik tijd om me verder te verdiepen in technieken die wat meer aandacht verdienden. Denk aan spelen met licht, experimenteren met flitser in het daglicht, werken met lange sluitertijden overdag, kleur vinden in zwart-witcomposities, me toespitsen op fine-artfotografie. Enkele eervolle vermeldingen (Monovisions Photography Awards) deden me beseffen dat dat type fotografie (fine art) me veel meer ligt dan commerciële fotografie, waarbij je afhankelijk bent van een opdracht en de voorkeuren van de opdrachtgever. Ik leg liever een beeld vast op gevoel, een beeld dat beroert, een ziel blootlegt, een boodschap inhoudt zonder te moeten rekening houden met hoe iemand anders dat ziet. Daarom heb ik besloten om geen commerciële fotografie meer uit te voeren, maar me enkel nog toe te spitsen op fotografie die je in je woonkamer, kantoor of galerij wil zien. Enkel voor lopende projecten/bestaande klanten maak ik graag nog een uitzondering. De stijl zal zich vooral richten op zwart-wit, al dan niet gecombineerd met een klein kleurelement dat iets toevoegt aan de beleving, aan de dynamiek van (of in) het beeld. Wees gerust, daar horen zeker portretten bij, maar dan in een meer sober, artistiek kader met een spel van licht, schaduw en sterke contrasten. Het is een stijl die ik me eigen heb gemaakt, die herkenbaar is en die ook iets zegt over de fotograaf, iemand die graag één is met zijn camera en omgeving. Mijn missie is dan ook te blijven inzetten op wedstrijden om de nodige erkenning te krijgen en zo ook te kunnen exposeren. Voortaan blokkeer ik wekelijks één dag om locaties op te zoeken waar ik nieuw materiaal kan schieten voor mijn webshop en voor mogelijke exposities. Die webshop blijft een belangrijke plaats innemen en zal alleen maar aan belang winnen. Zo heb ik geïnvesteerd in een nieuwe printer die op linnen, katoen en diverse andere materialen kan printen om de kwaliteit van de afdruk naar een hoger niveau te tillen, het niveau van galerijwaardige prints. Ik zal vanaf dan ook A2 kunnen aanbieden, gesigneerd en genummerd. Ik vind het nog steeds belangrijk om de weg van het beeld volledig in eigen beheer te hebben, noem het gerust het ambachtelijke beheer van mijn werk. Groene mobiliteit Een vreemde eend in de bijt is alles wat met elektrisch rijden te maken heeft. Ik rijd al meer dan vijf jaar elektrisch en ben er rotsvast van overtuigd dat we in de 21ste eeuw een kantelpunt zullen meemaken waarin elektrisch de norm wordt. Door een sterke interesse in dat domein en in alles wat met energieproductie (zon en wind) en -opslag te maken heeft (once a nerd ...), ben ik terechtgekomen bij een klant die laadpalen installeert en dezelfde visie deelt. Van het een kwam het ander en werk ik er reeds twee jaar intensief mee samen. Boeiend, leerrijk en een interessante blik op de toekomst. Een heerlijke cocktail als je het mij vraagt. Kortom, corona heeft voor mij mijn ogen geopend en heeft me geleerd om vooral te durven kiezen voor de zaken waarin ik voor de volle 100% mijn tanden wil zetten. Dat ik daardoor dingen moet laten vallen, hoort erbij, maar de tijd die dan vrijkomt, kan ik dan gebruiken om met volle moed te timmeren aan een nieuwe weg. Kom ik daar later op terug? Wie weet, maar ik moet het op zijn minst geprobeerd hebben. De seconden wogen zwaar en leken door hun obese houding trager te tikken dan normaal. Nog zeven minuten en ik kon de hel verlaten, 16.53 uur. Ik keek nog even op, nog zes minuten en drieëndertig fucking seconden. Terwijl mijn wijsvinger al richting ‘off’-knop ging, zag ik in de weerspiegeling van mijn Dell-scherm een schim verschijnen die verdacht veel op Diane Janssens leek, het kutwijf dat genoegen schepte in het jennen van haar werknemers. Lees: zij was mijn baas. Het driedelige maatpak, de Farrah Fawcett-achtige lokken en de veel te diepe decolleté rechtvaardigden haar bestaan als gezaghebbende figuur op de tweede verdieping. Dat moet ongetwijfeld de redenering van haar baas geweest zijn, want wij begrepen het niet. De mental picture van Philippe, de CEO, het gekreun, 'harder, harder!'. Ik grijnsde, de klok tikte sneller. °'Wat zijn we van plan?', zei Diane met Antwerpse tongval, terwijl ze mijn vinger van de 'off'-knop haalde. -'Mijn job voor vandaag zit erop Diane, ik ga naar huis.' Ik wees naar de klok die ondertussen drie voor zeventien uur aangaf. °'Ik dacht het niet Sien, jij was vanochtend een half uur later op kantoor, dus ik verwacht dat jij tot minstens 17.30 uur aan de slag blijft. Ik heb je net een opdracht gemaild en verwacht dat die vandaag nog afgewerkt op de server staat.' Verbijsterd logde ik opnieuw in om de mail van mijn bazin te lezen: 16.54 uur, Diane Janssens, Copy webteksten DP Funeral. In het rood, met uitroepteken. Kut. -'Diane, het is vrijdag, die klant gaat heus niet zitten wachten op die teksten. Onze deadline is trouwens dinsdag, dus ik heb nog tijd.' Ik wees naar de planning die Diane me eerder die week bezorgd had. °'De plannen zijn gewijzigd Sien, de teksten moeten vandaag klaar zijn, dus begin er maar vast aan.' Ze draaide zich om en maakte een klakgeluid met haar houten hakken, alsof ze me als een doorgewinterde SS'er een commando had gegeven. -'Loop maar weg Diane, ik zal het kot hier wel afsluiten!', riep ik vol razernij en onmacht. Onmacht omdat ik haar niets kon maken. Ik was haar teef en ze hield mijn leiband zeer kort. Ze stak haar linkermiddenvinger op. Ik kon me de grijns op haar gezicht perfect voorstellen. Diane, de verwaande trut die haar nagels vijlt met de zielen van haar collega's, godin van de maan waarnaar wij tegen wil en dank huilen als wolven in een kooi. DP Funeral godverdomme, kan het nog donkerder? 'DP Funeral. Where the dead drink from Diane's skull', 'We add fun to funerals. DP FUNeral.' Wat had ik een hekel aan dat mens, denken dat ze zich alles kan veroorloven met haar streken, haar vingerwijzingen, haar BMW. Leeghoofd, maar wel baas. 17.15 uur. Nog geen letter neergepend, een lege pagina met een cursor die even snel tikte als de secondewijzer aan de muur. Ik sloot mijn ogen en ademde diep in en uit, de inspiratie zou wel komen. Tik tak, tik tak. Niets, enkel de gedachte dat ik haar iets kon aandoen. Plots zag ik in mijn gedachten een bericht in het obituarium van de krant verschijnen. Ik besloot om het op te schrijven: Diane Janssens Geboren en gestorven Dansend op de zielen van haar wolven Hol en fake Gevuld met siliconen en plaaster Bracht ze iedereen van streek Zodat elk moment met haar Een ritje in de hel was Op een trage rollercoaster DP Funeral. Adding fun to funeral Fuck it. Ik bewaarde het in het mapje op de server en stuurde onze godin een berichtje dat het klaar was.
17.28 uur. °'Siiieeeennn!! Godverdomme!' Als de dochter van Zeus ontpopte haar stem zich tot een shitstorm aan verwijten en verwensingen. Muziek in mijn oren die ongetwijfeld zou leiden tot mijn ontslag. Het kon me geen moer schelen. Met een stevige mars en de armen in vastberaden houding, stapte ze op me af. Plots zag ik vanuit de cubicle achter me een rugzak richting gangpad glijden. Ik had een medestander! Diane struikelde en kwam ongelukkig tegen de papierversnipperaar terecht. Dit was mijn kans. Ik legde haar blonde lokken wat goed, schakelde het toestel in en repte me naar de parking. 17.17 uur. Nog geen letter neergepend, een lege pagina met een cursor die even snel tikte als de secondewijzer aan de muur. Wat 11 jaar geleden begon als een eerste stap in het lager met onze dochter, wordt vandaag afgesloten met het afstuderen van onze zoon. 11 jaar van indrukken, ontmoetingen, nieuwe vriendschappen en een schat aan kennis later neemt niet alleen hij, maar ook de ouder afscheid van een hoofdstuk. Want dat is het wel, een hoofdstuk, een periode die voor ons allemaal enorm veel heeft betekend en dat in zekere zin blijft doen.
Onschuldige tijd Terugkijkend op mijn jeugdjaren (nu klink ik pas echt als een oude zak), herinner ik me de lagere school vooral als een periode vol vreugde, knutselwerken, de opmerkingen op mijn handschrift (dat het nog steeds vertikt om recht te schrijven), het leren schrijven en het eerste advies van mijn leerkracht vierde leerjaar om vooral te blijven schrijven. Een fijne, onschuldige tijd die ook de fundering vormde van hechte vriendschappen. Nu, meer dan dertig jaar later, sta ik aan de andere kant en heb ik de lagere school door de ogen van een ouder beleefd en heb ik gezien wat de school met mijn kinderen heeft gedaan, hoe zij de activiteiten hebben beleefd, hoe zij hun rol als leerling hebben uitgeoefend in een school die in de prille jaren 80 ook mijn school was. En dat was voor hen ook een onschuldige tijd. De spanningen die er in de klas waren, waren er in mijn tijd ook. Meisjes die vanaf het vijfde onderling begonnen te bekvechten, waar jaloezie wel eens de kop opstak, maar dan weer werd gezalfd met een musical.ly-opname (nu Tik Tok). Jongens die vooral in het zesde dezelfde spanningen begonnen te voelen en hun plaats in de groep opeisten, de ene week ruzie, de volgende week beste vrienden. Aanvankelijk waren het vooral die jaren die bleven hangen, de laatste jaren ... Tot we recent allerlei filmpjes terugzagen van hun kleutertijd, hun optredens op schoolfeesten, hun uitstappen en het besef groeide dat tijd meedogenloos snel gaat. Snelle tijd Het gaat ook zeer snel, een jaar is niets, dat vliegt zo voorbij en voor je het weet is ook de 'onschuldige' tijd voorbij en staan kind en ouder voor nieuwe uitdagingen, uitdagingen die ze moeten aangaan, dat hoort nu eenmaal bij het opgroeien. De kinderen zouden echter niet staan waar ze nu staan zonder die 9 jaar die ze elk op de kleuter- en lagere school beleefd hebben. Lyrische tijd Vanaf hun eerste schooldag zijn de kinderen terechtgekomen in een warm nest, zo bestempel ik hun school ook graag. Een nest vol uilen die hun jongen dagelijks voedden met kennis, met waarden en normen, met respect voor elkaar, in welke omstandigheden dan ook. Het nest was en is ook groen in de brede zin van het woord. In een dorp waar betonstop gelijk staat aan betonversnelling zorgt de school voor een heuse oase in de dorpskern, een plek waar nog echt open ruimte is, waar nog ruimte is om te spelen tussen bomen en de sompige grasdauw. Maar 'groen' is meer dan dat. Groen is niet zwart-wit denken, maar zelf uitmaken hoe het zit, een kritische houding aannemen, zonder zomaar alles als waarheid te aanvaarden. Groen is geleerd te hebben om respect te tonen voor mekaar, respect voor het anders-zijn, respect voor wie je bent en wat je doet en geen label plakken op iemand. Dat is een zeer belangrijk gegeven dat een goed fundament moet leggen voor wat de leerlingen op hun pad nog zullen tegenkomen, nu en later. Want vergis je niet, het middelbaar is niet altijd een lachertje, dat besef ik maar al te goed. Onze kinderen hebben geleerd om vooruit te kijken, want je blindstaren op het verleden creëert alleen maar ergernis, dus waarom zou je je daar druk om maken? Ze hebben geleerd om veerkrachtig te zijn, dat is wat corona ons duidelijk heeft gemaakt. Het klaarstomen van peuters tot de tieners die ze nu zijn, kan alleen maar met het grootste respect voor de leerkracht, voor de school, worden behandeld. Ze hebben leren lezen en schrijven, ze hebben leren rekenen, ze hebben kennisgemaakt met heel wat aspecten van het leven, van mens en maatschappij die ze nu verder zullen uitspitten. Elke leerkracht heeft daar zijn/haar stempel op gedrukt, dat kan ook niet anders. En ik bedank hen daar dan ook voor. Ik weet dat we soms botsten, maar dat hoort erbij, we moeten ons kritisch durven opstellen zodat we allemaal kunnen blijven groeien, zowel kind en ouder als leerkracht en school. We moeten dat uiteraard ook op een constructieve manier blijven doen, want met horten en stoten lukt het toch niet. Dat besef ik. Ik ga die tijd als ouder missen en ik weet dat de kinderen dat ook (zullen) doen. Nu misschien niet, maar als ze ouder zijn en ze kijken daarop terug, zullen ze dat met hetzelfde sentiment doen als hun ouders, ongetwijfeld. De namen van leerkrachten zullen na al die tijd blijven circuleren, ze zullen voor altijd herinneringen blijven oproepen. Het feit dat ze dat hebben kunnen verwezenlijken, betekent dat ze een steen hebben verlegd. Voor altijd. Na een lange periode van onzekerheid, van opsluiten en strikte maatregelen, lijken heel wat mensen de teugels te laten vieren. Als je in de stad wandelt of een terrasje doet lijken de enige overblijvende uitlopers van al die maatregelen de mondmaskers van het winkelpersoneel of bediening te zijn. Voorts geeft onze maatschappij de indruk dat het grotendeels achter de rug is, getuige de spontane pleinfeesten van de studenten. Echter is het beestje niet weg, integendeel.
Grote onderschatting Het is niet meer dan menselijk dat mensen teruggrijpen naar het oude normaal, naar de dingen die ze hebben moeten opgeven en nu opnieuw kunnen beleven. Wat men echter uit het oog lijkt te verliezen is dat corona nog steeds aanwezig is, in België en in de rest van de wereld. Meer zelfs, in bepaalde werelddelen is er een ongeziene piek van besmettingen en beleven landen nu reeds een tweede golf van brandhaarden. Ja, het boezemt mij angst in, enerzijds zie je schrijnende toestanden aan de andere kant van de oceaan en anderzijds zie je joelende menigtes die het juk van corona achter zich hebben gelaten. Die menigtes vergeten dat hun houding en mentaliteit net de ideale kweekvijver zijn voor een virus om zich opnieuw sneller te verspreiden. Masquerade revisited Niemand vindt het fijn om een masker te dragen, mezelf incluis, maar het is en blijft wel een noodzaak indien je jezelf en vooral anderen wil behoeden voor erger. Kijk, het is niet omdat jij je goed voelt, je geen drager zou kunnen zijn en anderen niet zou kunnen besmetten. Het was onlangs een harde confrontatie toen mijn behandelende arts me zei dat mijn immuniteit voor altijd aangetast is en ik best afstand houd met mondmasker in de aanslag. Hij heeft dat zelfs op papier gezet zodat ik mezelf kan verantwoorden in het geval het nodig zou zijn (wat inderdaad te gek voor woorden is, maar geloof me, niet iedereen neemt corona ernstig). Ik dacht immers dat het allemaal wel zou meevallen. Klets. De gevolgen van corona op lange termijn zijn dan ook niet van de poes, organen kunnen er schade door oplopen. Met maar één dierbare nier neem ik dat advies dus best extra ter harte. Ook nu nog kamp ik met hoofdpijn en vermoeidheid, drie maanden na het doormaken van wat wellicht corona was. Geen kattenpis. Plezier en gezondheid licht verteerd Bovenstaande heeft wel een en ander in beweging gezet, zo heb ik een reis geannuleerd omdat ik in het buitenland geen garanties heb. Ik kan niet voorzien dat ik niet besmet zou raken, simpel. Europese toeristen zullen hun vakantie her en der doorbrengen, om maar te zwijgen van het potentieel openstellen van de buitengrenzen. Mijn gezondheid is me meer waard dan de stress die ik op een buitenlands strand, winkel of dergelijke zou ervaren en het risico dat ik er zou lopen. Niet altijd door iedereen even goed te vatten, maar goed, dat zijn de feiten waarmee ik nu verder moet. Overdreven? Voor iemand die weinig gezondheidsproblemen heeft gehad wellicht wel, maar niet voor iemand die een medische rugzak heeft. Voorts moet ik vaststellen dat er een grote kloof is tussen wat de Veiligheidsraad voorschrijft en wat er in de praktijk wordt toegepast. Zo waren we gisteren met enkele vrienden gaan eten in het centrum van Mechelen. De menukaart was niet ontsmet en bevatte nog de sausresten en huidschilfers van een van de vorige tafelgasten. Het peper- en zoutvat stonden gewoon nog op tafel en waren duidelijk onaangeroerd blijven staan. De tafels stonden op dezelfde manier geschikt als voor corona, de terrassen zaten overvol. Opnieuw potentiële kweekvijvers. Ook de bakker in het dorp bereidde een smos zonder bescherming (geen handschoenen, geen masker). Tja ... Als iedereen zich zou houden aan de regels, dan pas durf ik een optimistische houding aan te nemen, want dan weet ik dat de cijfers snel zullen wegebben. Maar het virus is venijnig en kan zeer snel terug opflakkeren. Laten we dat gewoon vermijden en onze trots, ego's en koppige houding even minder prioriteit geven. Toch? Ik ben niet echt het type dat zich snel opboeit in zaken, niet goed voor het hart, niet goed voor de geest. Echter is mijn mentale gezondheid de laatste weken danig op de proef gesteld door hoe het onderwijs de hele coronaperiode even op enkele weken leek te willen inhalen. Mijn zoon, Fre, zit in het zesde en gaat sinds vijftien mei terug naar school. Aanvankelijk deeltijds en sinds twee weken voltijds. In die periode dat hij terug naar school gaat, ging ik er (samen met andere ouders) van uit dat de school optimaal zou inzetten op het begeleiden van de leerlingen. Anders verwoord: het optimaal gebruiken van de resterende tijd om samen de stof te herhalen en eventueel die leerlingen die een achterstand zouden hebben opgelopen de kans te bieden om tot in de laatste week te oefenen, vragen te stellen, met klasgenoten in kleinere groepjes de stof bespreken, mekaar helpen. Stof verwerkt? De toets beslist Neen, wat wordt er beslist? We gaan de leerlingen overstelpen met taken en hen in de allerlaatste week herhalingstoetsen voorschotelen omdat ‘we moeten kunnen zien dat ze de stof hebben verwerkt’, want blijkbaar kan dat niet op bovenstaande manier. Mij ga je niet vertellen dat je dit alles even op een maand hebt ingehaald. Het maakt me triest dat ondanks alles wat de leerlingen hebben doorgemaakt (want geef toe, de lockdown was geen lachertje, het afstandsonderwijs was wat onwennig en niet voor iedereen even evident) er geen ruimte is gecreëerd om rekening te houden met wat de leerlingen bij al het voorgaande gevoeld hebben of nog steeds voelen. De impact die corona, de negatieve berichtgeving op het nieuws, de doden, de angsten, afstandsonderwijs en (fysiek) sociaal isolement op kinderen hebben gehad is naar mijn mening groot. Al die indrukken moeten door die hoofdjes worden verwerkt, die moeten een plaats krijgen. Zeg me niet dat het overdreven is, want dat is het niet. Ondanks alles hebben ze veerkracht getoond en hebben ze er in de mate van het mogelijke het beste van gemaakt. Respect kids! Echter nu even snel een kwartaal laten verwerken en denken dat het daarmee opgelost is, is flagrant fout. Dat is misschien goed voor de snellere of meer verstandige leerlingen, maar de anderen hebben een achterstand opgelopen. Het is gewoon teveel om te verwerken. Brulboei Briers Mijn excuses alvast voor wat hier een tirade lijkt te zijn, maar het is een frustratie die ik in de plaats van mijn zoon voel. Hij zit met nieuwe angsten, angsten om te falen, angsten omdat zijn ‘studeerplanning’ overhoop wordt gehaald, een prestatiedrang waarvan hij voelt dat hij die niet aankan, maar toch moet doorzetten. Al die stress, al die zaken die hij nu ervaart door de hoeveelheid stof die nu wordt gegeven en niet gespreid wordt over de tijd en ruimte die hem in het laatste schooljaar nog rest, is niet wat hij in gedachten had bij het afsluiten van zijn loopbaan op de lagere school. Wat is er mis met de tijd van toetsen om te zetten naar tijd voor extra bevraging, toelichting, desnoods begeleiding van kleinere groepjes die wat meer duiding nodig hebben? Het gaat hier wel om een kwartaal aan stof he beste lezer. Mijn zoon zit vol angsten, faalangsten die tijdens een toets nogmaals worden blootgelegd, die hem daar nogmaals mee zullen confronteren en hem nog verder naar beneden zullen trekken. Terwijl die laatste week moet worden omgezet in een positieve beleving. Kuddegeest De school is trouwens niet de enige die deze aanpak volgt, er zijn er blijkbaar nog die hun leerlingen overladen met taken, toetsenweken en periodes van voorbereidings- en planningsdruk (en dat tot vrijdag 26 juni!). Waar is de empathie die uit deze bijzondere periode zou moeten ontstaan zijn? Zijn de mentale gezondheid en misschien zelfs de mentale vermoeidheid, veroorzaakt door ALLES wat corona met zich meebracht dan niet een factor waarmee we rekening moeten houden? Alvorens ik hier een tirade uit de onderwijshoek op me afgevuurd krijg, dit is een gevoel waarmee ik, samen met echt wel wat ouders, zit, als ouder en enkel als ouder. Overtuig ons van het tegendeel. Overtuig ons ervan dat het lager onderwijs niet de dinosaurus is die vooral checklijstjes afvinkt, maar een instelling kan zijn die kan en soms zelfs moet afwijken van aloude dogma’s die nog nooit te maken hebben gehad met deze uitzonderlijke situatie. Dit staat los van de inspanningen die tijdens de lockdown zijn geleverd, want ik weet dat leerkrachten echt wel hun best hebben gedaan om dit op afstand op hun manier aan te pakken (alhoewel ik ook daar grote verschillen in aanpak heb vastgesteld). Ik heb bovendien ook het uiterste respect voor het leerkrachtenteam dat erin geslaagd is de volledige school te kunnen laten heropstarten na de lockdown. Maar toch, laat de teugels even vieren, bestook ze nu niet met toetsen en taken die bovenop alle hogervermelde indrukken nogmaals zorgen voor stress en werkdruk en die hen confronteren met een realiteit waar ze nu net zoveel voor vrezen: aantonen dat ze de stof niet kennen en geen tijd meer hebben in de laatste week om daar iets aan te doen. Het is gewoon teveel. Geef ze wat rust in hun hoofd, het is hun allerlaatste week in het lager onderwijs. update 19/06 Ondertussen is bovenstaande wat beter gekaderd en is benadrukt dat de knopen reeds zijn doorgehakt en dat de toetsen enkel zullen peilen naar waar de leerlingen nu staan, zonder deze in rekening te nemen bij een eventuele klassenraad. Wij hebben Fre dan ook gezegd dat hij zich niet meer moet suf blokken, de opdrachten en taken van de laatste weken zullen al wel een duidelijke schets gemaakt hebben van wat hij al dan niet heeft verworven van kennis. Het was niet mijn bedoeling om alle onderwijsmensen over dezelfde kam te scheren, want blijkbaar werd dat wel zo gelezen. In the heat of the moment durf je wel eens ongewild bruggen te verbranden, wat voor een stoïcijns iemand als ik normaal niet van mijn gewoonte is. Verbindend werken, weet je wel ;-). Bon, dat gezegd zijnde hoop ik dat de verzuchtingen ter harte worden genomen en gebruikt worden om te kunnen groeien, waarbij een goede, duidelijke en ongenuanceerde communicatie in moeilijke tijden ervoor zal zorgen dat elke betrokken partij er sterker uitkomt. Fijn weekend, Tim Vandaag heb ik op de E19 een fraai staaltje verkeersagressie meegemaakt. Terwijl mijn Leaf in ‘insane’-mode aan een duizelingwekkende snelheid van 100 km/u huiswaarts reed, zag ik hem van ver komen aanscheuren. Je kon er niet naast kijken, het dominante type dat de pechstrook op dat moment gebruikte als privéstrook, het type dat zich beter waant dan de rest en het zich permitteert om rechts in te halen. Ja, beste lezer, de man die vindt dat de nulmeridiaan door zijn aars loopt en waarvan de aambeien spontaan uitzetten bij de gedachte aan een rijhuis zonder oprit.
Mijn rechterspiegel zag aanvankelijk een grijze schim, die gaandeweg omgezet werd in een nagelnieuwe BMW5 cabrio met gepersonaliseerde nummerplaat ‘MMMMMMM’, net gewassen met 120 liter vers kraantjeswater en behandeld met een speciale regenbestendige wax. Normaal spot ik ze wat verder van huis, maar nu dus niet, het type Knokke-bezoeker dat er op wonderlijke wijze in slaagt om de mouwen van zijn roze trui (‘Miami pink’ voor de kenners) netjes over de schouders te laten hangen, ondanks de cabriostand. Net op dat moment begon mijn wagen zich wat vreemd te gedragen en neigde naar rechts. Ondanks het tegensturen, kon ik niet anders dan me op de pechstrook te begeven. Ik vertraagde ... De BMW5 naderde met rasse schreden en maande me opzij te gaan door het gaspedaal stevig in te drukken en wild te flikkeren met de koplampen. Ik wist dat hij me met morsesignalen iets wilde zeggen, maar kon er niets uit opmaken. Ik kon enkel antwoorden met ‘S.O.S.’, wat ik met mijn achterlichten dan ook deed: drie keer kort remmen, drie keer langer remmen en opnieuw drie keer kort. Het leek te helpen, de man vertraagde ook. Ik stopte. Ik zette mijn vier knipperlichten aan, trok een hesje aan en begaf me naar de vangrail. De BMW5-man bleef even in zijn wagen zitten, maar besliste uiteindelijk uit te stappen. Terwijl uit zijn luidsprekers ‘Hold Me Now’ van Johny Logan galmde, kwam hij met kordate tred op me af en kon ik hem eindelijk aanschouwen: de lichtgrijze golvende haren, naar achter gekamd met Brylcreem en vergroeid met Ray Ban, een chinobroek en cognackleurige schoenen die een aria van een klakmars leken te spelen die de jaren 30 deden verbleken. ‘Awel paljas, wat denken we te doen? Mij even blokkeren of wa?’ Terwijl ik mijn hand voor mijn ogen hield (ik werd verblind door de reflectie van de zon op zijn Hugo Boss-horloge), maakte ik hem duidelijk dat mijn wagen pech had en ik niet anders kon dan me op de pechstrook te begeven. ‘Net wanneer ik afkom, hoe toevallig. Dat maak je mij niet wijs, paljas.’ ° ‘Paljas. Werkelijk? Dus u noemt iemand die de pechstrook gebruikt een paljas terwijl u zelf een overtreding begaat? U kent mij niet. Laat me rustig de pechdiensten bellen en zet uw reis verder.’ ‘Oh we gaan mij hier even negeren zie, meneer Leafke met zijn lange baard. Ga thuis nog wat bomen knuffelen.’ Hij draaide zich om en leek aanstalten te maken om terug naar zijn wagen te gaan. Hij draaide nog enkele rituele rondjes met de handen in zijn zij - dat doen alfamannetjes in Knokke naar ‘t schijnt. Oh kijk, hij kwam weer af. ‘Je weet toch wie ik ben, he?’ Ik herkende zijn stem inderdaad van ergens, maar kon niet zeggen of ik ze al eens in een documentaire over subculturen had gehoord of in een programma waar mensen bij mekaar komen eten en mekaar een kloot afdraaien met een score. ‘Ik verdien een pak meer dan jou met jouw’, hij keek naar de belettering op mijn wagen ‘braaaaanding’. Ik spel het zo omdat het duidelijk om een Antwerpenaar ging. ° ‘Branding, op zijn Engels, braaaan - ding’, terwijl ik mijn beste received pronunciation te berde bracht. ‘Mijnheer kan ook Engels, proficiat.’ ° ‘Dank je, dat apprecieer ik, ja, ik ben ook leerkracht, taalcoach.’ ‘Kut met peren, een onderwijzer, nog ene die niks doet en profiteert van het afstandsonderwijs.’ Wat een kut met peren te zien heeft, is me niet duidelijk. Vermoedelijk is het in dat ene kookprogramma een keer aan bod gekomen of is het een gangbare uitspraak in de Knokse subcultuur. ‘En nog eens iets he, allemaal goed en wel he dat de kust veilig is voor kleuters ... en wij dan, is die dan voor ons niet veilig, mogen wij niet naar de kust?’ Ik stond op het punt om hem de betekenis van homoniemen uit te leggen, maar wellicht zouden zijn aambeien dat niet aangekund hebben. Ik nam mijn sleutelbos, plaatste de sleutels netjes tussen mijn vingers en sloeg hem bewusteloos. Gelukkig deed mijn wagen het weer en kon ik de tocht uit mijn droom hervatten. Beste vrienden,
Het is alweer een tijdje geleden dat ik nog in de pen ben gekropen voor mijn blog. Het zijn dan ook bevreemdende tijden die mij enigszins in een soort van kramp hebben gehouden. Zo'n lockdown is in mijn geval echt niet goed voor mijn state-of-mind, ik denk dan na, begin opnieuw aan alles en nog wat te twijfelen en haal dan weer het existentiële van onder het stof. Dat laatste kwam vooral aan de oppervlakte nadat zeer triest nieuws mijn directe omgeving trof. Licht uit In onze kennissenkring zijn we gisteren geconfronteerd geweest met het verhaal van een plots overlijden dat ons niet onberoerd heeft gelaten. Ik ga niet uitweiden over de context, het is niet aan mij om het daarover te hebben, maar wel over de bredere context die wij dagelijks beleven. Het gebeuren raakt me omdat het om een generatiegenote gaat, een moeder, iemand die het gezicht zou kunnen zijn van heel wat mensen. En dan slaat het noodlot toe, meedogenloos snel en hard. Fuck. Ik kende haar niet, maar het pakt me. Ik denk aan de plannen die ze misschien aan het smeden was, de toekomst waar ze voor haar kinderen aan timmerde, de herinneringen die ze nog wilde maken, de onuitwisbare stempel die ze wilde drukken op het leven van haar familie, vrienden en kennissen. Herinneringen smeden Ik ben daar ook mee bezig en misschien plan ik zelfs teveel. Ik wil zoveel dingen doen op langere termijn, dat ik misschien te weinig bezig ben met de korte termijn, want vergis je niet, het leven kan ons allemaal plots ontnomen worden. Wat heb je dan aan een afvinklijstje of een langetermijnplanning? Niets. De coronaslachtoffers, jong en oud, hadden zich wellicht nooit kunnen inbeelden dat hun leven zo abrupt zou kunnen veranderen of (in sommige gevallen) ontnomen worden. Het raakt ons allemaal, maar we beseffen dat pas als het echt in onze naaste omgeving gebeurt. Toen ik tijdens mijn kankerbehandeling een longontsteking had opgelopen en mijn leven aan een zijden draadje hing, spookte er maar één ding door mijn hoofd: mijn toekomst. Ik was net 24 geworden, what the fuck?! Het betekende de kentering van mijn bestaan, het was de figuurlijke knal tegen de muur die ik misschien wel nodig had, maar die me ondanks de gangbare clichés niet altijd de juiste richting opstuurde. Ik heb tijd nodig gehad om te beseffen dat het leven me veel dierbaarder is dan wat de dagelijkse rush of maatschappelijke druk me oplegt. Ik besef nu meer dan ooit dat het leven kort is, en dat ik niet mag bezig zijn met de vraag wanneer het gedaan is (want dan zou ik me nog zieker maken) of wat ik binnen een paar maanden wil doen. Jij en ik moeten bezig zijn met vandaag. Welke steen verleg ik vandaag, wat kan ik doen om vandaag vast te beitelen in het geheugen van mijn gezin, wat kan ik doen om een impact te hebben op jou? Indien je al tot hier bent geraakt, heb ik al een steen verlegd en op mijn manier op jou impact gemaakt. Door dit te schrijven, maakt mijn tekst vanaf nu bovendien deel uit van het internet. Elke aanpak werkt Meteen weet je waarom ik ontzettend veel fotografeer, waarom ik vastleg wat ik vastleg. Mijn beelden moeten spreken, ze moeten iets vertellen en vaak is dat toch ook een herinnering, een stukje van mijn identiteitspuzzel. Als ik plots zou wegvallen, zullen mijn beelden en teksten blijven en zullen ze misschien ook bij jou een herinnering aan mij gesmeed hebben. Dat is nu echt een zeer bewuste strategie, beschouw het als mijn levensmissie. Als morgen de kanker terugkeert, kan het wel eens gedaan zijn. Als morgen mijn linkernier uitvalt, is het over-and-out, dan heb ik niets meer. Niet dat ik daarmee bezig ben, maar het is wel de wetenschap die de drijvende kracht is achter waarom ik op mijn manier steentjes verleg of optil. Zo zijn we er allemaal op onze manier mee bezig, vaak onbewust, want we zijn immers allemaal het product van onze samenleving en soms treint die zo hard, dat het moeilijk is om stil te staan. Toch moeten we dat doen en hoop ik dat deze periode dat inzicht bij heel wat mensen heeft kunnen doen insijpelen. We zijn kwetsbaar, aanvaard dat, omarm dat en zet die kwetsbaarheid om in een kracht, in een missie om van elke dag de beste te maken, met stenen die je kan verleggen, hoe klein ook. Afstappen van dogma's Stenen verleggen kan naar mijn mening niet verward worden met uiterlijk vertoon of rijkdom. Wat baten de drang naar eindeloze economische groei en het steeds weer willen verhogen van de levensstandaard als onze spiegel ons vertelt dat ze niets bijdragen aan het leven an sich? Het enige wat ik in die context zie is dat we dan enkel harder dienen te werken en meer tijd opofferen. Think about it. Neen, ik ben geen communist, maar stel ons levensrad wel in vraag. Die trein, waar ik het eerder over had, is gelukkig vandaag even gestopt. We krijgen de kans om met een andere bril te kijken naar hoe we geleefd hebben, naar wat voor ons belangrijk is, naar de essentie van ons bestaan. Laat dat moment niet onopgemerkt passeren, vergeet de business-as-usual, maar gebruik deze situatie om aan zelfreflectie te doen. Vandaag kan een keerpunt zijn, vergeet dat niet. Tot slot Over wat we vandaag meemaken, kan ik nog uren filosoferen en discussiëren. In ons leven maken we immers allemaal wel iets mee dat een belangrijke impact heeft op hoe we denken, handelen, zijn en beleven, vaak zelfs met een nieuwe kijk op het leven als gevolg. Daarin mag gerust minder plaats zijn voor de toekomst en meer plaats voor het hier en nu, het moment dat we nu beleven en hoe we dat willen invullen. Ja, dat is niet evident, zeker niet met de maatschappelijke druk en verwachtingen die we in al onze stappen tegenkomen. Laat je desondanks niet ontmoedigen, verleg stenen, hoe klein ze ook mogen zijn. Een lach of een traan kan wonderen verrichten. Vandaag heeft de overleden vrouw waarover ik het had een steen verlegd, ze heeft impact gemaakt, een herinnering gebeiteld. Haar erfenis zal ik niet snel vergeten. De foto bovenaan draag ik dan ook aan haar op. Vanaf nu associeer ik dat beeld met kwetsbaarheid, contrasten en hoop. Mijn deelneming. Liefs, Tim We maken wel eens grapjes over hoe de ambtenarij of het 'staatsapparaat' functioneert. De een heeft het dan over een trage werking, de ander over inefficiënte aanpak. Voor mij leek het allemaal een ver-van-mijn-bedshow, tot vandaag, waar ik met enige trots de kalmte wist te bewaren bij een toch wel enigszins tenenkrullende procedure. Zet je alvast schrap voor wat hoongelach bij het volgende verhaal.
Reeds maanden zijn enkele ondernemers en ik bezig met het voorbereiden van een event in onze dorpskern. Omdat wij graag als rechtspersoon zouden vertegenwoordigd worden, leek het ons nodig om samen een vzw op te richten. We spraken een advocaat aan die onze statuten opstelde en we beslisten om gebruik te maken van e-griffie, een website waar we makkelijk de neerlegging zelf konden uitvoeren. And thus the story unfolds Ik had die taak op mij genomen en surfte via Safari (Mac) naar de website. Dat die copyright '2014' vermeldde, had wellicht al een zekere doodsreutel moeten aankondigen, maar goed, ik liet me niet van de wijs brengen. Safari bleek een foute keuze te zijn, want ik kreeg bij de volgende stap meteen een melding dat de site niet veilig zou zijn en dat ik ze enkel op eigen risico kon openen (Beste surfer, ben je zeker dat je je wil begeven naar een site van de overheid?). Verhip. Firefox dan maar! Yes, ik geraakte verder, gegevens invullen en opslaan. Na een half uurtje laden, kreeg ik een time-out. Tweede poging. Opnieuw een time-out. Chrome to the rescue! Jawel, ik slaagde erin om naar de volgende pagina te gaan (up yours 2014), maar blijkbaar kraaide ik net iets te vroeg victorie. Time-out. Meerdere pogingen leken te mislukken. Ik had nu echt geen zin om een andere browser te installeren, dus nam er dik tegen mijn zin een Windows-pc bij. Entering Edge. Warempel, Edge werkte en ik kon vlotjes alle stappen invullen, akte uploaden, statuten kopiëren, opslaan, betalen, klaar! Oef, na 4 uur kloten met browsers was ik er eindelijk in geslaagd om mijn taak uit te voeren. Blij en enigszins trots meldde ik aan mijn collega's het nieuwe btw-nummer. Een weekend passeerde. Nu moesten we enkel nog de rekening laten vrijgeven. 'Ja Tim, dit is niet OK, de neerlegging is leeg, er zijn geen statuten vermeld', zei de bank. Ik viel uit de lucht, want, perfectionist als ik ben, zou het niet van mijn gewoonte zijn om iets te vergeten. 'Het zal wel om een vergissing gaan, beste bank, laat ik even contact opnemen met e-griffie. Ik had inderdaad wat problemen met het neerleggen van alles, maar wellicht kent men het probleem daar en kan men het snel oplossen.' De e-griffie en de griffie, het olijke duo Ik kreeg een vriendelijke dame aan de lijn die me zei dat er inderdaad problemen waren met e-griffie en het algemeen geweten is dat het met een bepaalde browser werkt en met andere dan weer niet. Ze zei me dat ik de statuten opnieuw moest invoeren. -'Ja, ik wil dat wel doen, maar ik heb de akte reeds geüpload, daar staan die statuten in, kan u ze niet uit de akte halen en in het systeem zetten?' 'Dat kan ik niet en het systeem laat dat niet toe.' -'OK, dan zal ik opnieuw even inloggen op e-griffie en de statuten nogmaals toevoegen.' 'Alleen een notaris kan dat, u niet. U dient een wijziging op papier voor te leggen. Ik mail u de instructies.' -'Ja, maar, u hebt alle gegevens elektronisch ontvangen, toch een beetje gek dat ik nu deze stappen moet ondernemen, niet?' Ik wist dat de '2014' als een strop rond mijn nek zou hangen. 'Helaas kan ik u niet voorthelpen. Fijne dag nog.' Niet met mij dacht ik, dus ik belde terstond naar de griffie in Mechelen. Daar wist men mij te zeggen dat de problemen bij e-griffie gekend zijn, maar dat zij daar niets aan kunnen doen omdat e-griffie met een ander systeem werkt dan de griffie in Mechelen. Dus de akte die ik had geüpload, kregen zij niet te zien. Ik diende twee formulieren in te vullen, de akte te kopiëren in het juiste veld en -volgens de instructies- de drie oprichters te laten handtekenen op de achterzijde van de statutenpagina. Lekker 20ste eeuws, lekker op papier. Bovendien wist men mij te zeggen dat het dan drie weken zou duren om dat te loggen omdat ze de versies per post naar Brussel dienden te sturen (I kid you not). Back to the 70s Zo geschiedde, na de aanpassingen en rondrijden op jacht naar handtekeningen, legde ik met trots de documenten voor: betaalbewijs, formulieren 1 en 2, statuten, handtekeningen, ... Ik was er klaar voor en stond om 8.30 uur bij de griffie in Mechelen met mijn papieren versies (in drievoud). Het lokaaltje voor vzw's bevond zich in een uithoek van het gerechtsgebouw. Bij het openen van de deur deed het interieur me meteen terugdenken aan een set uit 'De collega's', waar ik werd teruggekatapulteerd naar de jaren 70. Een kantoortje vol kasten en bergen papier, een geïmproviseerde balie die bestond uit nog eens twee kasten. 'Ja mijnheer, dit is niet in orde.' Ik zag een glinster in de ogen van de ambtenaar, dit was duidelijk kicken. Ze wees naar de drie handtekeningen op de achterzijde van luik B. -'Ik heb nochtans alle stappen gevolgd die jullie me hadden gemaild.' 'Wie heeft u gemaild?' -'Ik heb een mail van de helpdesk van e-griffie die vermeldt dat op de versozijde de namen en handtekeningen van de oprichters moeten staan.' 'Ah ja, e-griffie, maar wij zijn e-griffie niet he mijnheer, hier bent u bij dé griffie.' Een grijns volgde. 'Er mag maar één handtekening staan, geen drie.' -'Mevrouw ik volg niet, die van mij staat ertussen, is toch goed, neen?' 'Neenee,' terwijl de ambtenarenadrenaline steeg, begin mijn bloeddruk ook toe te nemen, 'dit is geen wijziging, maar een erratum. In het geval van een erratum mag er slechts één handtekening staan. Bovendien moeten uw naam en uw functie in luik B vermeld worden.' -'Jamaar mevrouw, mijn naam en functie staan hier reeds tweemaal vermeld.' Ik maande haar aan mijn rechterwijsvinger te volgen die richting blad wees en netjes onder de gevleugelde woorden 'Tim Briers - Penningmeester' gleed. 'Ziet u?' 'Ja, maar de procedure zegt dat uw naam en functie er nogmaals moeten worden vermeld. U had de procedure van een erratum moeten volgen.' De glinsters werden extatisch genot. -'Maar, ik ... sta ... er ... reeds ... vermeld. Bovendien heeft niemand me iets gezegd van een erratumprocedure. Houdt een erratum per definitie geen wijziging in?' Ik dacht het pleit misschien te kunnen winnen met enige semantiek. 'U moet ook vermelden dat u de statuten neerlegt, hier, onder uw naam.' Ze ontweek mijn vraag dus volledig. -'Dat stond niet in de mail van e-griffie vermeld.' Ze haalde haar schouders op. 'Tja, de e-griffie ..., maar wij zijn ...' -'Dé griffie, ik heb het al begrepen. Goed, kijk, ik heb mijn laptop bij met de documenten. Ik voeg mijn naam en zinnetje toe en mail u dan het document. U kan het dan meteen afdrukken, ik zet er mijn handtekening op en klaar.' 'Neen, dat mag ik niet doen, onze procedure laat dat niet toe.' -'Ik weet dat jullie dienst een algemeen mailadres heeft, dus u zegt me dat ik dit niet kan mailen en dat u het dan ook niet kan afdrukken.' 'Klopt. ik stel voor dat u het nog eens probeert op een later moment. Tot ziens.' Klets. Verbouwereerd en kokend van ellende, droop ik af naar huis, om het bewuste zinnetje toe te voegen en nadien opnieuw binnen te brengen. De dame in kwestie was in haar nopjes en prees me voor het snel aanpassen van de documenten. Conclusie: anno 2020 blijken de overheidsdiensten nog steeds niet met elkaar te kunnen communiceren en zijn ze evenmin in staat om de procedures voor de burgers in een betere (uniforme) online dienstverlening te gieten. Bovendien zijn ze absolute nullen in duidelijke communicatie. Voorts wil ik niet denken in termen van clichés, maar in dit geval maak ik graag een uitzondering. Het is lente, het was de eerste gedachte die bij me opkwam toen ik deze week met de honden ging wandelen. De zachte temperaturen in een seizoen dat we associëren met sneeuw en koude doen me rillen. Het gevoel werd eerder deze week versterkt toen een verdwaalde wants wat versuft rondvloog, op zoek naar een warme muur. Ook de bijen zijn wakker en dat baart me zorgen, ze zijn immers verzwakt en hebben nectar nodig. Alleen … het is winter. Ben ik de enige die zich dan vragen stelt bij dit weer?
Gefluit en gebrom Omdat ik al tien jaar een smartphone gebruik, kan ik makkelijk terugkijken naar de seizoenen en naar wat ik markant vond in die periodes. De sneeuwfoto’s uit die periode zijn schaars en blijkbaar ook steeds van korte duur. Dat is de eerste vaststelling. Langdurige sneeuwperiodes of periodes van vorst liggen al even achter me. De laatste keer dat ik op waterplassen kon schaatsen, is toch ook al even geleden denk ik. De tweede vaststelling is uiteraard de natuurlijke activiteit. De laatste vijf jaar heb ik steeds insecten gefotografeerd die vroeger dan normaal uit hun winterslaap kwamen: een koolwitje of muggen midden februari, wantsen in januari, teken bij de huisdieren in februari. Nu bijen midden januari. Ik hoor de vogels ook uitbundig fluiten, denkend dat het al lente is. Ik lig daar wakker van, want dit zijn fenomenen die ongezien zijn. De BBC berichtte deze week trouwens over Londense grasmatten die gemaaid werden, het is verdorie midden januari. Het nieuwe normaal En ondanks dat alles hoor ik niemand rondom mij een kritische houding aannemen. Het enige wat ik hoor is dat het zalig is buiten, dat het goed nieuws is dat het volgende week droog blijft. Dit is niet normaal, de natuur heeft een winterstop nodig om te herstellen en om de juiste cycli op te starten: bloei en ontwakende insecten in maart/april, insectenetende vogels die op dat moment terugkeren, de sapstroom die in die periode terug op gang komt. Die normale cyclus verloopt nu anders, wat een rimpeleffect heeft op het natuurlijke proces van groei, voortplanting en bestuiving. Het lijken kleine elementen, maar op lange termijn gaat dat wel degelijk een grote impact hebben (butterfly effect). Clickbait Wanneer ik het heb over het gebrek aan kritische houding, kijk ik vooral naar de sociale media. De kranten en redacties berichten wel over het klimaat en de fenomenen die zich voordoen en bieden op sociale media de kans om erop te reageren. De opmerkingen bij zo’n berichtgeving doen mijn mond vaak openvallen. De onwetendheid is groot. Meer nog, ik lees vooral dat mensen deze fenomenen gewoon negeren, ze ontkennen dat er iets aan de hand is of dwepen steeds weer met het gegeven dat klimaatverandering iets van alle tijden is. Vaak gebruiken ze bronnen die niet meer dan klikaas (clickbait) zijn. Fake news. Klimaatverandering ja, snelheid nee Ja, klimaatverandering is van alle tijden en de natuur heeft opwarming inderdaad steeds opgevangen met afkoeling (denk aan de ijstijden). Die mechanismen zullen niet snel veranderen. Maar in het huidige geval is er meer aan de hand. Kijk, uit metingen in aardlagen, zuurstof in permafrost is gebleken dat bepaalde fenomenen in het verleden de hoeveelheid koolstofdioxide in de atmosfeer sterk verhoogd hebben. Ten tijde van de Perm-Triasextinctie was er een zeer sterke vulkanische activiteit (Siberische Trappen) die miljoenen kubieke kilometers gesmolten gesteente uitspuwde. Dat fenomeen zorgde ervoor dat er ongezien hoge hoeveelheden CO2 in de atmosfeer terechtkwamen en op één miljoen jaar tijd de globale temperatuur tot 20 graden deed stijgen (bron: https://royalsocietypublishing.org/doi/full/10.1098/rsta.2017.0076). Wij zien daarentegen dat we op 200 jaar tijd er ook in geslaagd zijn om de hoeveelheid CO2 in de atmosfeer de hoogte in te jagen. En daarvoor hebben we niet de hulp van massale vulkanische activiteit nodig gehad. 200 jaar vs 1 miljoen jaar. Zeggen dat het normaal is en dat wij er niets mee te maken hebben, is dan ook zeer kort door de bocht. Wij merken nu hoe de natuur reageert op deze nieuwe samenstelling en ze reageert fel. Missie Ik zou zo graag feiten willen weerleggen aan de mensen die ofwel ontkennen of het niet belangrijk vinden. Onze kinderen, die de fenomenen alleen maar in kracht zullen zien toenemen, weten het wel, maar worden te weinig gehoord. Luister naar hen, het gaat om hun toekomst, niet de onze. |
Archieven
Augustus 2020
Categorieën
Alles
|
(c) Breerz 2020
|