Er moet mij iets van het hart over het secundair onderwijs. Mijn dochter zit nu in het eerste middelbaar, 27 jaar na haar vader. Bijna 30 jaar dus. Je zou verwachten dat er op die 30 jaar iets is veranderd, dat er is gewerkt aan een onderwijs dat niet alleen gericht is op prestatie, competitie, maar meer op samenwerking, zelfontplooiing, ruimte voor het individu, inclusie, ruimte om te kunnen zoeken naar wat men echt wil en niet wil, liefst aan een tempo dat voor het kind werkt. Het is het onderwerp van menig gesprek met gelijkgezinde ouders. Zit ik ernaast of is mijn frustratie terecht?
De dagelijkse rush start op school Ik kan me momenteel niet van de indruk ontdoen dat er aan de basis niets veranderd is. Het moeten presteren aan een tempo dat in lijn ligt met het leerplan is er nog steeds. Cijfers zijn nog steeds de maatstaf voor menig toekomstperspectief. Huiswerk blijft na school nog steeds de norm. Sta me toe dat als ouder bijzonder frustrerend te vinden. Kinderen die een hele dag op school zitten, waarvan wordt verwacht actief te participeren (en toch ook te presteren) en dan na school nog een uur tot twee uur moeten presteren om toch maar geen uitbrander van de leerkracht te krijgen de volgende dag. Dat verlengstuk van een hele schooldag is gewoonweg contraproductief. Tegen het moment dat mijn dochter heeft gegeten en haar huiswerk heeft gemaakt is haar kaars uit, dan staat wel vaker de zombiemodus aan (of het ligt aan de puberteit). Terwijl ze dus zou moeten kunnen ontspannen, ervaart ze stress door huistaken, toetsen, definities uit het hoofd leren. Is dat dan de juiste voorbereiding op de maatschappij? Wij zitten als ouders zelf al in een bijzonder stevige rush en dat lijken we OK te vinden. Maar ja, die norm wordt ons ingelepeld op school. De definitie van inhoud geven aan Definities … Echt? Nog steeds? Ja. JA. Ik ga eerlijk zijn, ik heb me als kind vaak afgevraagd wat in godsnaam het nut daarvan was. Voor mij betekenden definities een manier om punten te scoren voor wiskunde, want het inzicht in algebra, afgeleiden en cosinussen heb ik nooit gehad, ik had meer voeling met talen en dat wist ik al in het eerste middelbaar. Ik leerde oefeningen uit het hoofd en wist me zo redelijk OK door wiskunde te ploeteren tot het vijfde middelbaar. Ik verslond boeken en strips, geen cijfers, echt niet. Vraag mij nu op een quiz naar de definitie van iets van wiskunde en ik blijf je het antwoord schuldig. Maar evengoed als je me naar de definitie zou vragen van een gezegde. Ik weet wat het is, ik kan voorbeelden geven en toepassen, maar daarmee had ik destijds niet de helft van mijn punten kunnen scoren. Terwijl onze maatschappij toch draait om het kunnen toepassen, toch? Als ik in mijn cv zet dat ik talen heb gestudeerd, gaat men mij bij een jobinterview voor redacteur heus niet een rondje definities laten aframmelen. Zie je wat ik bedoel? Zelfs aan de unief was dat niet van toepassing (no pun intended). Kan menig leerkracht er zich in vinden dat definities deel uitmaken van de leerstof? Kan men mij een goed gefundeerd argument geven voor deze aanpak, inclusief het opleggen van huiswerk? Is het not done om in de les oefenmomenten in te lassen? Ik vraag het me af. Ik zie mijn dochter het zich ook afvragen terwijl ze de exacte woorden voor het slapengaan nog even aframmelt voor de volgende toets. Langs de trechter Ik wil dat mijn kinderen op hun achttiende weten wat ze willen, dat ze niet afhaken door een onderwijs dat iedereen dezelfde stof inramt. Liggen bepaalde vakken je niet en heb je het inzicht niet (neem nu algebra), dan bestaat de kans dat je daarop afgerekend wordt en in het bewuste watervalsysteem terechtkomt, wetende dat je later met die vakken niets gaat doen, maar wel over voldoende talent beschikt om de andere 80 procent van de stof aan te kunnen. Ik had een hekel aan fysica en chemie in het derde middelbaar (en volgende jaren), ik was 14-15 jaar. Ik wist verdomd goed wat ik niet wou en wel wou, maar net als mijn dochter kon ik niet kiezen, ik moest het allemaal ondergaan. Ik zag het nut er voor mij persoonlijk niet van in, maar streefde als een gek verder. Andere klasgenoten vonden het boeiend, maar hadden het dan moeilijk met de gezegdes. Zo frustrerend. Nu 30 jaar later frustreer ik me opnieuw. Beste minister van onderwijs, waar blijft het onderwijs dat van kinderen veerkrachtige individuen maakt die de kans krijgen hun talenten te ontwikkelen, die aangemoedigd worden, die inspraak krijgen in hun traject, die vanaf dag 1 beseffen waarom ze een vak krijgen en er plezier in vinden om er zich voor in te zetten? Nu kappen we het er gewoon in langs een grote trechter. Slikken maar. Tot slot Kinderen moeten blijven presteren en springen al redelijk snel op de trein waarop hun ouders zitten, terwijl ze zouden moeten kunnen spelen, verkennen en voldoende ruimte krijgen om zichzelf als individu te ontplooien zonder enig hokje waarin ze zouden kunnen worden geduwd. We hebben nog een lange weg af te leggen, ook al lijken we de laatste 30 jaar vooral wat voetnoten toegevoegd te hebben, maar aan de basis weinig hebben gewijzigd, op de kaften van de schoolboeken na. Jammer. En mijn dochter? Die haalt haar schouders op en rammelt verder af.
0 Reacties
Laat een antwoord achter. |
Archieven
December 2021
Categorieën
Alles
|
(c) Breerz 2020
|