![]() Het heeft lang geduurd, veel te lang eigenlijk. Het heeft lang geduurd om te verklaren waarom ik geprikkeld raak in drukke ruimtes waar muziek, geroezemoes of verschillende stemmen rondom mij binnenkomen als een grungeconcert waar ik mijn oor tegen de luidspreker leg. Het heeft lang geduurd om te verklaren waarom ik gevoelig ben voor beeld en waarom een scherpe blik en gevoel opgaan in tekenen, het aanschouwen van kunst, het zien van emoties en beelden die anderen niet meteen opmerken, het me fysiek of passief afsluiten van mijn omgeving, het willen opzoeken van rust in momenten van stress, drukte of chaos, het kunnen genieten van de wind, een streepje muziek, alleen zijn. Hoogsensitief Na veertig jaar en gesprekken met zielsverwanten en mijn therapeut, de eerste stapjes in de vakliteratuur en heel wat indrukken heb ik het eindelijk omarmd en kan ik nu opgelucht zeggen dat ik hoogsensitief ben. Opgelucht dat ik bepaalde dingen eindelijk kan verklaren, maar ook dat mijn omgeving nu weet waarom ik even een stilte inbouw, of waarom ik even moet ontsnappen aan een context die mijn trommelvlies kwelt. Dat laatste is iets dat me al heel mijn leven achtervolgt. Vaak dacht ik dat het te wijten was aan stress of dat ik gewoon een vervelende, prikkelbare man was. :-) Neen! Het is gewoon zo dat geluid heel hard binnenkomt. Ik kan dat eigenlijk moeilijk verklaren, het lijkt vaak alsof mijn oren geluid versterken, dat ik een ingebouwde amplifier heb ofzo. Het jammere is alleen dat ik de knopjes daarvan nog niet gevonden heb. Ik voel de geluidsgolven in die mate binnenkomen dat ik soms denk dat mijn oor gaat bloeden, dat doet pijn. Ik moet dan aangeven dat het even rustiger wordt of ik moet zelf de ruimte even verlaten om wat rust op te zoeken. Soms zit ik aan de keukentafel met mijn koptelefoon op. Klinkt gek, maar dat helpt wel degelijk. Verdrinken in kunst Nu ik erover lees, zie ik dat denkers en kunstenaars heel vaak hoogsensitief zijn, net omdat zij de dingen anders kunnen zien en omdat ze via hun kunst rust vinden, een kanaal om die rust te vertalen in kleur, indrukken en emoties. Het heeft me aan het denken gezet. Kunst en beeld hebben altijd een stevige vat op me gehad. Als kind en als tiener verdronk ik me in tekenen. Ik leerde mezelf aan hoe ik portretten kon tekenen. Toen mijn grootvader in 1993 was overleden aan kanker, had ik er spijt van dat ik hem nooit als testsubject gebruikt heb. Hij zat altijd statig in zijn zetel, ideaal voor een stilleven ;-). Ik gaf echter niet op en wou en zou hem tekenen, als een soort van eerbetoon. Zijn portret hangt nu bij mijn ouders. Ik tekende aan gigantische draak op mijn kamermuur en kleurde hem in, mijn ouders' kamer herschilderde ik tot een Egyptische tempel, enz. Toen ik in Londen woonde als student, trok ik wekelijks meermaals naar de Tate Gallery. Via William Turner (die net zoals ik onder de indruk was van zijn werk) kwam ik bij Albrecht Dürer terecht. Ik kon uren staren naar zijn borstelstreken, de details, de kleuren, de contrasten, de verdoken humor, zijn passie, zijn perfectionisme. Steeds weer opnieuw datzelfde schilderij, ’s ochtends, ’s avonds, donker, licht. De man van de eerste selfies. Zijn kunst gaf me innerlijke rust, de nodige dosis om het drukke stadsleven weer even aan te kunnen. Opgelucht dat ik bepaalde dingen eindelijk kan verklaren, maar ook dat mijn omgeving nu weet waarom ik even een stilte inbouw, of waarom ik even moet ontsnappen aan een context die mijn trommelvlies kwelt ![]() Ik heb zo ook nog een programmeerfase (Basic) en uiteraard een schrijffase gehad. Zeker als student schreef ik heel wat teksten op kot. Al die zaken hebben één ding gemeen: creativiteit. Laat dat net de rode draad zijn in mijn leven. Alles wat ik doe of heb gedaan draait steeds rond dat creatieve. Ik heb nooit kunnen aarden in een omgeving waar conformisme de norm was en waar ik me niet creatief kon uitdrukken op mijn manier. Ik had een hekel aan Powerpoint, ik wou Prezi. Een opstel op school over een schooluitstap werd een ode aan de natuur, een rapport over een nieuwe bedrijfsstructuur werd een geïllustreerd boek, plaatjes draaien op een feest werd een missie met ‘goed gevoel’ als doel, ik stak mijn middenvinger op naar klassieke sollicitatiemethoden. Ik kan eindeloos doorgaan. Ik zie nu ook waarom ik niet kon werken in bedrijven met een zeer strakke structuur, een kader waar ik niet buiten kon, net omdat ik iemand ben die buiten de lijntjes wil kleuren, omdat ik het anders zie en beleef. Gevolg was dan ook dat ik een echte jobhopper was. De sprekende foto Verklaart misschien ook waarom ik me zo hard stort op fotografie, echter is het me nu pas duidelijk welke richting ik met die fotografie wil uitgaan. Het is eigenlijk glashelder sinds de gesprekken die ik de laatste maanden en weken heb gehad, vooral ook op basis van de feedback die ik krijg op mijn foto’s. Wat mensen het meest aanspreekt zijn net die beelden die anders niet zouden opvallen. Beelden die te maken hebben met kleuraccenten, of net het ontbreken daarvan, van natuurkrachten, van emoties, van situaties die geen inkt nodig hebben, die spreken. Ja, het is voor mij duidelijk dat ik die piste moet volgen. Ik heb dit nodig. Valt dat te rijmen met de verwachtingen van mijn klanten? Ja, zolang ze weten dat het in mijn geval steeds zal zijn vanuit een bepaalde hoek, dus niet echt rechttoe rechtaan, het beeld, de omgeving moeten kunnen spreken, het moet kloppen. Perfectionisme speelt daar ongetwijfeld ook een rol. Nu dat voor mij helder is, weet ik wat gedaan en kan ik me gericht verder bijscholen, kan ik verder experimenteren met licht en schaduw, met donkere partijen, met straatfotografie, met het vinden van tegenstellingen in beeld. En de foto’s die ik neem tijdens mijn wandelingen, reizen, het kuieren door straten? Die krijgen de plaats die ze verdienen en kan je vanaf nu ook kopen. Ik zie ze liever prijken in een bureau, een winkel, een woonkamer of toilet, dan dat ze virtueel stof verzamelen, toch? Voor mij een drempel die ik moest overwinnen, maar nu omarm. Dank aan allen die me aanraadden om dit te doen! Lijstje afvinken Een van mijn kwaliteiten is mensen aanvoelen. Als een klant me vraagt om teksten te schrijven of beelden te maken, tracht ik eerst een gesprek te voeren om aan te voelen wat of hoe die persoon denkt. Neen, ik ben geen creep, maar heb die info nodig om duidelijk aan te voelen wat die persoon wil. Ik tracht me nadien ook in te leven in zijn/haar leefwereld zodat ik dat het best kan vertalen naar beeld of woord. Dat inlevingsvermogen is ook een kenmerk van hoogsensitiviteit. Zij die me kennen gaan dan ook echt niet verrast zijn als ze onderstaande lijst lezen, de kenmerken van hoogsensitieve personen:
Rust Ik heb nog heel wat te lezen over hoogsensitiviteit om duidelijk uit te vissen hoe ik nu echt in mekaar zit en hoe mijn omgeving en ik dit best omarmen (Sofie, misschien moet ik dat boek dan toch maar doornemen ;-)). Wat voor mij duidelijk is, is dat ik als non-conformist eindelijk rust kan vinden en dat het niet langer gek is als ik even stilval of me even terugtrek, ik me stort in muziek, schrijven en fotografie. Door hoogsensitiviteit te omarmen, ga ik ervan uit dat er een wereld voor me opengaat en dat ongekende mogelijkheden met beeld en pen mijn toekomst mee zullen bepalen.
0 Reacties
Laat een antwoord achter. |
Archieven
Augustus 2020
Categorieën
Alles
|
(c) Breerz 2020
|